Ze zijn actief op een of meerdere van volgende terreinen:
sociaal-cultureel werk, jeugdwerk, migrantenwerk, armoedebestrijding, buurtwerk, lokale diensteneconomie, ontwikkelingssamenwerking en –educatie, milieuactie, natuurwerk, cultuur- en gemeenschapscentra, amateurkunstbeoefening, beeldkunst, literaire kunst, musea, erfgoed, kunsteducatie, sociaal-artistiek werk, biblio- en mediatheken, archief- en documentatiecentra, beroepsopleiding en werkervaringstrajecten, en (niet-commerciële) sportbeoefening, toerisme, (regionale) tv en (lokale) radio.
Socioculturele organisaties behoren niet tot de marktsector en ook niet tot de overheid. Ze zijn de exponent van de burgers, de samenleving, doen baanbrekend werk op het middenveld en zorgen voor een grote maatschappelijke meerwaarde.