Btw staat voor ‘belasting op de toegevoegde waarde’. Ze is gekoppeld aan de levering van een product of een dienst, dus niet aan de belastingplichtige.
Concreet gaat het om het leveren van goederen of verstrekken van diensten die in het btw-wetboek worden omschreven.
Een btw-plichtige onderneming of organisatie moet:
Er zijn echter vrijstellingen:
Volgens de activiteit(en) verkrijgt een organisatie de volgende hoedanigheid van btw-belastingplichtige:
Belastingplichtige met recht op aftrek | organisaties die beantwoorden aan de definitie van belastingplichtige omdat hun volledige activiteit onder toepassing valt van de btw-regelgeving en belastbaar is |
Vrijgestelde kleine onderneming | het jaarlijkse omzetcijfer bedraagt niet meer dan 25.000 euro, excl. btw (keuzestelsel) |
Vrijgestelde belastingplichtige | organisaties die beantwoorden aan de algemene definitie van belastingplichtige, maar de verrichtingen zijn op basis van artikel 44 btw-wet of omzendbrieven vrijgesteld van btw |
Gemengd (of gedeeltelijk) belastingplichtige | organisaties die zowel een belastbare als een vrijgestelde activiteit uitoefenen. |
De aard van het onderwijs of de vorming en wie de verstrekker is, bepalen of de activiteit al dan niet vrijgesteld is van btw.
(met inbegrip van het verrichten van nauw ermee samenhangende diensten en leveringen van goederen zoals het verschaffen van logies, spijzen en dranken en van voor het vrijgestelde onderwijs gebruikt didactisch materiaal)
Socioculturele vorming in vrije tijd of vorming door socioculturele organisaties aan personeelsleden van een organisatie of bedrijf, dat niet kadert in een beroepsopleiding of -scholing of om de beroepsdeskundigheid te verhogen.
De dienst is vrijgesteld als de vorming wordt verstrekt door ‘publiekrechtelijke lichamen’ of door ‘andere organisaties die daartoe als lichamen met soortgelijke doeleinden worden aangemerkt, voor zover voornoemde lichamen niet systematisch het maken van winst beogen en eventuele winsten niet worden uitgekeerd maar worden aangewend voor de instandhouding of verbetering van de voornoemde diensten’.
Dat heeft tot gevolg dat ‘commerciële’ ondernemingen (sinds 1 januari 2014) de vrijstelling niet kunnen inroepen voor de opleidingen die zij verzorgen. De toepassing van de vrijstelling wordt verbonden aan het ontbreken van een winstoogmerk.
Particuliere leerkrachten die lessen geven die betrekking hebben op school- of universitair onderwijs, mogen sinds 1 januari 2014 de keuze maken of ze al dan niet btw aanrekenen.
Als een organisatie met rechtspersoonlijkheid vorming of onderwijs verstrekt, dan moet ze btw aanrekenen op de factuur.
Uitzonderingen: de dienstverstrekker moet geen btw aanrekenen:
1) het doel van de vereniging of groepering mag niet bestaan in het verdedigen of het bevorderen van de beroepsbelangen van de leden
2) de vereniging of groepering mag niet opgericht zijn speciaal met het oog op het organiseren van cursussen en onderricht
3) de organisatie van cursussen en onderricht met betrekking tot een zelfde vak of onderwerp mag niet permanent en geregeld plaatsvinden
4) de vereniging of groepering mag geen winstoogmerk hebben. De in voorkomend geval door de leden en eventueel door andere deelnemers betaalde bijdragen worden uitsluitend gebruikt voor de dekking van de kosten van de vorming
5) de vereniging of groepering mag niet de hoedanigheid van belastingplichtige hebben wegens andere activiteiten dan de organisatie van culturele of sportieve samenkomsten of vermakelijkheden.
(Beslissing van de administratie E.T. 81094 dd. 29.08.1994)
Wie een voordracht geeft in opdracht, moet geen btw aanrekenen. De opdrachtgever is de instantie die op de aankondiging, op het programma als verantwoordelijke organisator staat. De voordrachtgever kan zowel een natuurlijk als rechtspersoon zijn.
Voor wie zelf de voordracht organiseert en inkomgeld vraagt, geldt de btw-vrijstelling niet, tenzij de organisatie waarvoor dat gebeurt wegens haar activiteiten vrijgesteld is van btw:
Heb je een concrete vraag in verband met jouw organisatie? Stel ze ons.