De vzw-wetgeving voorziet in een stelsel van beperkte aansprakelijkheid. Een belangrijk verschil in vergelijking met de ‘feitelijke vereniging ‘. Uiteraard is slechts sprake van beperkte aansprakelijkheid als de vzw op geldige wijze is opgericht.
Het aansprakelijkheidsstelsel omvat drie elementen: de aansprakelijkheid van de leden, die van de bestuurders (en in voorkomend geval die van de persoon of personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen) en die van de vzw zelf.
De vzw is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt.
Anders gesteld, wanneer werknemers of leden van de raad van bestuur of van de algemene vergadering namens de vzw handelen, kunnen zij niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Enkel de vzw kan aansprakelijk worden gesteld.
De leden van een vzw zijn in hun hoedanigheid van lid slechts beperkt aansprakelijk. Dat betekent dat hun persoonlijke aansprakelijkheid, en dus hun eigen vermogen, niet in het gedrang kan komen door handelingen van de vzw.
Op het principe van beperkte aansprakelijkheid van de leden zijn er uitzonderingen:
– de persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid geldt voor de personen die in naam van een vzw in wording een verbintenis zijn aangegaan als die vereniging geen rechtspersoonlijkheid verkrijgt binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis of als de vzw binnen drie maanden (vroeger zes maanden) na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid de verbintenis niet bekrachtigt
– een persoon die optreedt in naam van een vzw die in haar stukken de verplichte vermeldingen niet heeft vermeld, kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de door de vzw aangegane verbintenissen.
(Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van een rechtspersoon moeten de volgende gegevens vermelden:
1° de naam van de rechtspersoon;
2° de rechtsvorm, voluit of afgekort;
3° de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de rechtspersoon;
4° het ondernemingsnummer;
5° het woord “rechtspersonenregister” of de afkorting “RPR”, gevolgd door de vermelding van de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon;
6° in voorkomend geval, het e-mailadres en de website van de rechtspersoon;
7° in voorkomend geval, het feit dat de rechtspersoon in vereffening is)
Belangrijk is dat de beperkte aansprakelijkheid van de leden van een vzw geen absoluut beginsel is op grond waarvan zij vrijgesteld zijn van alle aansprakelijkheid. Het lid van een vzw dat door zijn schuld aan een ander schade veroorzaakt, moet die schade vergoeden. (art. 1382 Burgerlijk Wetboek)
De wet bepaalt dat de bestuurders en de met het dagelijks bestuur belaste personen alleen verantwoordelijk zijn voor de vervulling van de hun opgedragen taak en voor de fouten in hun bestuur.
Verder geldt ook hier dat die beperkte aansprakelijkheidsregeling de begunstigden niet ontslaat van de beginselen inzake het gemene aansprakelijkheidsrecht.
Als de bestuurder in de uitoefening van zijn functie fouten maakt, dan kan hij daar dus persoonlijk aansprakelijk voor gesteld worden:
Bij de beoordeling van de aansprakelijkheid van de bestuurder zal de rechter een bestuurder slechts aansprakelijk kunnen stellen voor “beslissingen, daden of gedragingen die zich kennelijk buiten de marge bevinden waarbinnen normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurders, geplaatst in dezelfde omstandigheden, redelijkerwijze van mening kunnen verschillen”.
Nieuw in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019 :
Maar ook :
Beperking aansprakelijkheid tot bepaalde plafonds : zogenaamde ‘caps’ :
! Belangrijke nuance : enkel voor toevallige lichte fouten