Heel wat organisaties werken aan een planning rond de heropstart van de activiteiten, vormingen, evenementen zodat ze aan de slag kunnen als de overheid het licht op groen zet, op basis van een aantal voorwaarden en verplichte maatregelen.
We merken veel vragen bij organisaties of en hoe ze beschermd zijn, of ze zich kunnen beschermen bij mogelijke claims als er een deelnemer, lid, vrijwilliger,… toch een besmetting zou oplopen en dit op de organisatie verhaalt.
Hieronder geven we antwoorden op heel wat vragen. De informatie werd ons aangeboden door IC verzekeringen, de verzekeringsmakelaar waar we ook een samenaankoop rond het verzekeringsaanbod in de sector met Scwitch mee in ons aanbod hebben.
Deze FAQ focust op de aansprakelijkheid mbt de organisatie van activiteiten. Op de site van Sociare vind je heel wat info rond de aansprakelijkheid mbt mogelijke besmetting van werknemers.
Schadelijders kunnen steeds een partij in gebreke stellen.
Op hun schouders rust echter wel de bewijslast om de eventuele fout van de vermeende aansprakelijke partij aan te tonen (actor incumbit probatio – BW 1382-1383).
De schadelijder dient volgende zaken te bewijzen : fout, schade en het oorzakelijk verband tussen de fout en de schade.
In praktijk is het niet evident, zo niet onmogelijk om het bewijs te leveren dat de effectieve besmetting werd opgelopen door een fout van een derde. Dit onder andere door de incubatieperiode van 14 dagen wat betreft COVID-19.
De vraag is hoe iemand zal kunnen bewijzen dat de besmetting effectief juist tijdens de activiteit is opgelopen, en niet tijdens het bezoek aan een winkel, familie,…
Dat betekent natuurlijk niet dat je als organisatie geen verantwoordelijkheid hebt en geen maatregelen moet nemen om besmetting te voorkomen. Integendeel.
Iedere partij kan worden verantwoordelijk gesteld, of beter gezegd: in gebreke gesteld worden. Hiermee echter is, rekening houdend met het bovenstaande, diens aansprakelijkheid niet aangetoond.
Het bepalen van enige graad van aansprakelijkheid zal gebeuren op basis van het ‘goede huisvader principe’..
Dit betekent dat van elke organisatie verwacht wordt om zijn organisatie goed te besturen en zijn verantwoordelijkheden op te nemen. Met andere woorden alles in het werk stellen om de juiste maatregelen te nemen en deze ook goed communiceren naar iedereen in de organisatie (personeel, deelnemers, vrijwilligers,…). We raden elke organisatie ook aan om al de stappen die worden genomen en de afspraken die men maakt goed bij te houden zodat je bij problemen kan aantonen dat je als organisatie volgens het zorgvuldigheidsprincipe hebt gehandeld.
Stel dat er toch ergens een foutje is gebeurd, maar je als organisatie kan aantonen dat je er alles aan gedaan hebt om de maatregelen op te volgen, is er begrip dat er binnen dat kader wel eens een menselijke kleine fout kan gebeuren.
Algemeen kan worden gesteld dat als de van overheidswege opgelegde maatregelen nauwgezet worden opgevolgd en dat de goede wil van de organisatie buiten kijf staat, de aansprakelijkheidsgraad laag tot onbestaande zal zijn.
Dergelijke verbintenis, ook wel een exoneratiebeding genoemd, heeft weinig tot geen juridische waarde en zal niet kunnen worden gebruikt om een eventuele aansprakelijkheid te ontlopen.
Bij ontvangst van een ingebrekestelling, neem je best onmiddellijk contact op met je verzekeringsmakelaar (IC Verzekeringen NV) welke je verzekeraar Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid inschakelt ter verdediging van de burgerlijke belangen van de vzw.
Wat betreft de bescherming van de vzw op het gebied van aansprakelijkheid zijn diverse verzekeringstakken aangewezen, zo heb je:
Deze dekt de aansprakelijkheid van de vzw en al haar aangestelden, buiten overeenkomst (extra-contractueel). Dit is ook de verzekering welke de belangen van de vzw zal verdedigen in geval van ingebrekestelling door een derde.
Opgepast, de vzw heeft hier geen recht op een advocaat van vrije keuze. Deze wordt steeds bepaald door de BA-verzekeraar! Mocht de vzw effectief worden aansprakelijk gesteld, zal deze verzekering de schade door derden effectief vergoeden in de plaats van de vzw. Deze verzekering komt ook tussen in hoofde van vrijwilligers.
Deze dekt de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een vzw mocht deze worden weerhouden na ingebrekestelling door derden. Dit vermijdt dat de bestuurders een schadevergoeding moeten uitkeren aan derden met eigen middelen.
Derden kunnen de bestuurders aansprakelijk stellen voor een eventuele besmetting met het coronavirus.
Hier gaat het altijd minstens om lichamelijke schade (kosten van verzorging, hospitalisatie, …) maar eventueel ook mogelijks inkomstenverlies, morele schade, … De bestuurderspolis komt niet tussen voor de bijstands- en verdedigingskosten in het kader van een schade-eis die de vergoeding beoogt van een materiële of een lichamelijke schade. Ook de vergoeding van de lichamelijke schade zelf is niet verzekerd in de bestuurderspolis. Voor zover de vordering wordt ingesteld tegen de vzw, kan hiervoor wel een dossier worden geopend onder het luik BA van de uitbatingspolis.
Het zal voor elke bestuurder belangrijk zijn om goed te laten documenteren welke beslissingen werden genomen op de raden van bestuur, en op vooral hoe men tot deze beslissingen kwam. Bestuurders die zich niet kunnen vinden in genomen beslissingen dienen dit uitdrukkelijk te laten notuleren.
Het moet ook duidelijk zijn dat beslissingen weloverwogen moeten worden genomen. Het nemen van duidelijk onaangepaste risico’s of beslissingen die in strijd zijn met de opgelegde veiligheidsnormen kunnen worden beschouwd als zware fouten, waardoor de verzekeringsmaatschappij kan weigeren tussenkomst te verlenen.
Het is eveneens essentieel dat de vzw/het bestuursorgaan duidelijk communiceert naar alle belanghebbenden (personeel/vrijwilligers/ …), en haar keuzes en beslissingen goed motiveert.
Deze maakt deel uit van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en focust op financiële contractuele aansprakelijkheid.
Wordt samen aangeboden met voorgaande verzekeringen en dekt het burgerrechtelijk verhaal en strafrechterlijke verdediging.
D.w.z. dat wanneer de vzw nadeel wordt berokkend door derden, op deze verzekering kan worden beroep gedaan om de geleden schade terug te vorderen (‘verhalen’) op deze partij(-en). Hiernaast is eveneens de verdediging voor de rechtbank gewaarborgd op penaal gebied. In deze verzekering heeft de vzw wél recht op een vrije keuze advocaat doch een eventueel uitgesproken penale boete wordt nooit vergoed.
Zo ben je ineens vlot en voldoende verzekerd tegen alle mogelijke risico’s en geniet je van de know-how en service van een verzekeringsmakelaar gespecialiseerd in Social Profit.